Heinrich Heine

“Heinrich Heine”

(1797-1856)

.
Christian Johann Heinrich Heine was een Duitse dichter van Joodse afkomst. In 1825 trad hij toe tot de Lutherse kerk, waarna hij op latere leeftijd tot levend geloof kwam!

Zie nu het volgende. De noodzaak van een bekering brengt een geweldig inzicht met zich mee en precies zo gaat dat ook met de Wedergeboorte uit de geest.

Als het op sterven aankomt…..
Heinrich Heine, de door zijn geestige spot bekende dichter, vond aan het einde van zijn leven vrede met God door Jezus Christus. Hij schreef in het slotwoord van zijn gedichtenverzameling “Romanzero” het volgende: “Als men op het stervensbed ligt, wordt men zeer sentimenteel en zou vrede willen maken met God en de wereld. Sinds ik zelf behoefte heb aan de barmhartigheid Gods, heb ik aan al mijn vijanden amnestie verleend. Gedichten, die maar ten halve hatelijkheden jegens God inhielden, heb ik met angstvallige ijver overgeleverd aan de vlammen. Het is beter, dat die verzen branden, dan de verzenmaker! Ja, ik heb met de Schepper vrede gesloten, tot grote ergernis van mijn “verlichte” vrienden, die mij verwijten maakten over dit terugvallen in het “oude bijgeloof”, zoals zij mijn terugkeer naar God believen te noemen. Ik ben teruggekeerd naar God als de verloren zoon, nadat ik lang bij de Hegelianen de zwijnen heb gehoed. Het hemelse heimwee overviel mij. In de theologie moet ik mijzelf beschuldigen, een stap achteruit te hebben gedaan, doordat ik naar de persoonlijke God terugkeerde.”
.
Toen dichtte hij zijn aangrijpende bekentenis:
.
Stukgeslagen is de oude lier
op de rots, die Christus heet,
de lier, die voor een boos feest
werd bewogen door een boze
vijand.
De lier, die opriep tot oproer,
die zong van twijfel, spot en
afval.
O Heer, o Heer, ik kniel neer,
vergeef, vergeef mij mijn
liederen.
Voor de Kerk heeft voor haar
geloof
menig spotlied misdadig
geklonken.
Het moest tucht en orde roven
met het bedrieglijke gezag van
zachte tonen.
De vrije bende triomfeert,
ik heb haar heel wat klanten
bezorgd.
O Heer, ik sla de ogen neer,
vergeef, vergeef mij mijn
liederen.
En toen de maartse stormen
kwamen
tot in november triest en wild,
toen heb ik wilde oproer-zaden
in zoete liederen ingewikkeld.
Zo menig hart heb ik verleid,
het geluk van het eeuwige
Leven vernietigd.
Met gebogen hoofd zich ik neer,
o Heer, vergeef mij mijn
liederen.
________
.
Heinrich Heine
.
“Ja, ik heb met de Schepper vrede gesloten,

tot grote ergernis van mijn “verlichte” vrienden…”

Niet iedereen heeft op het sterfbed nog de genade, om de Here te vinden, waarom het Woord van God zo indringend vermaant: “Zoek de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nog nabij is.” (Jes.55:6). Want er is een “Te laat!”

Het gebed: “Jezus, ik weet dat ik een zondaar ben, kom in mijn hart en redt mij. Vergeef mij al mijn zonden. Vervul mij met de kracht van de Heilige Geest en onderwijs mij, dat geloof ik in de machtige Naam van Uw Zoon Jezus Christus, amen.”
“Amen” betekent: “Ik geloof het, het zij zo.”
_____
===*===